Actualiteiten jurisprudentie geluid - 'winterse' februari 2021
In de periode van 27 januari tot en met 17 februari 2021 zijn er weinig geluidrelevante uitspraken gedaan door de ABRvS. Deze keer beperkt het overzicht zich daarom tot slechts één uitspraak, die gezien de recente winterse weeromstandigheden wel toepasselijk is.
Ruimtelijke ordening
Parkeren ijsbaan Lochem: ABRvS 17 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:329
De gemeenteraad heeft een bestemmingsplan vastgesteld voor Sportpark de Elze. Het plan maakt het mogelijk om in de berm naast de toegangsweg van de ijsbaan te parkeren. Omwonenden zijn bang dat de extra parkeerplaatsen zorgen voor verkeersdrukte en geluidsoverlast.
Er zijn twee zones met in totaal 40 extra parkeerplaatsen. De eerste 20 parkeerplaatsen liggen op het eigen terrein van de ijsclub. De parkeerplaatsen worden ook door leden van de mountainbikevereniging gebruikt en bij ledenvergaderingen of rayonbijeenkomsten. Voor de overige 20 parkeerplaatsen geldt dat deze alleen mogen worden gebruikt tijdens ‘schaatsdagen’.
Volgens omwonenden is de begrenzing van het bestemmingsplan ten onrechte beperkt tot de twee zones met parkeerplaatsen. Hierdoor zou het ten onrechte lijken alsof de parkeerplaatsen alleen voor de ijsvereniging zijn bedoeld, terwijl in feite wordt voorzien in de parkeerbehoefte van het hele sportpark. Dat ziet de ABRvS anders. De gekozen begrenzing is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening. De schaatsbaan is namelijk apart aangelegd met een eigen clubgebouw, die qua bedrijvigheid los functioneert van de rest van het sportpark.
Vervolgens komt het aan op de inhoud. Zijn de akoestische gevolgen voldoende onderzocht? De omwonenden halen bekende juridische leerstukken van stal, maar dat mag niet baten. Deels komt dit door de beperkte omvang en impact van het bestemmingsplan.
Representatieve bedrijfssituatie
De omwonenden stellen dat de verkeersbewegingen van leden van de wielerclub ten onrechte als incidentele bedrijfssituatie zijn aangemerkt. Dat blijkt op een verkeerde lezing van het geluidrapport te berusten. Daarin is namelijk rekening gehouden met de bestaande feitelijke situatie, waarbij dagelijks 20 auto’s komen en gaan. Daar is het verkeer van de wielerclubleden in inbegrepen.
Rijsnelheid
Het akoestisch onderzoek ging aanvankelijk uit van een rijsnelheid van 15 km/uur. Later is een tweede rapport opgesteld op basis van een rijsnelheid van 30 km/uur, vermoedelijk naar aanleiding van bezwaren van de omwonenden. De geluidbelasting op de gevels van nabijgelegen woningen blijkt bij deze hogere rijsnelheid af te nemen.
Maximale invulling planologische mogelijkheden
Er wordt nog betoogd dat het onderzoek niet is gebaseerd op een maximale invulling van de planologische mogelijkheden. Het rapport gaat immers uit van de feitelijke situatie. Volgens de ABRvS is dat in dit geval op één lijn te stellen. De feitelijke situatie is een representatieve invulling, nu het gaat om een jarenlange bestaande invulling en de reeds jarenlange feitelijke aanwezigheid van een (op te spuiten) ijsbaan en mountainbike-parcours.
Cumulatie
Had de raad onderzoek moeten doen naar de cumulatie met andere geluidbronnen? De ABRvS vindt van niet. Tussen het komen en gaan van auto’s door zijn misschien andere sportgeluiden hoorbaar, maar omdat het bestemmingsplan alleen ziet op de parkeervoorzieningen heeft de raad dit buiten beschouwing mogen laten.
Tuinen
Had de raad onderzoek moeten doen naar de geluidbelasting in de tuinen van de omwonenden? Dat zou volgens de ABRvS weinig toevoegen. De 20 extra parkeerplaatsen die alleen op schaatsdagen mogen worden gebruikt, zullen dus alleen in de winter worden benut als het voor de gemiddelde Nederlander te koud is om in de tuin te chillen. Volgens de ABRvS gaat het in de praktijk om “hooguit een gering aantal keer per jaar” dat schaatsdagen zullen voorkomen. De raad heeft daarom geen nader onderzoek hoeven te doen naar het leefklimaat in de tuin.
Begrip ‘schaatsdagen’
De rechtschapen jurist vraagt zich uiteraard af wat in het geluidrapport wordt bedoeld met ‘schaatsdagen’. Nu dit niet is gedefinieerd, zou dit onvoldoende duidelijk zijn. De Afdeling vindt het logisch dat het gaat om dagen dat er natuurijs ligt en er derhalve gebruik kan worden gemaakt van de ijsbaan.
Ik stel vast dat wij in 2021 al minimaal twee schaatsdagen achter de rug hebben, al sluit ik niet uit dat u tot een ander aantal komt. Hoe dan ook, voor de ABRvS maakt dat de eindconclusie niet anders. De ABRvS draait niet heel warm voor de argumenten van de omwonenden en concludeert koelbloedig tot een ongegrondverklaring van de beroepen. Schaatsliefhebbers in Lochem kunnen dus uitkijken naar de volgende schaatsdag.