Inhoud

  • Sarphatistraat 7
    1017 WS Amsterdam
    logo-gemeente-amsterdam (1)
  • Kastanjelaan 400
    5616 LZ Eindhoven
    eindhoven_pms485_liggend_bb (1)
  • Aert van Nesstraat 45
    3012 CA Rotterdam
    Group 47

Actualiteiten jurisprudentie geluid - mei 2024

Een selectie van de uitspraken die in de periode van 24 april tot met 15 mei 2024 zijn gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”). Over padelbanen, campings en begraafplaatsen, een hotelterras en hogere waarden voor nieuwbouw in Amsterdam. Tot slot de maatregel tegen ernstig luidruchtige buren: de gedragsaanwijzing woonoverlast.

Padel

Omgevingsvergunning padelbanen Amstelveen: ABRvS 1 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1838

De opkomst van padel bezorgt menig geluidsdeskundige hoofdbrekens. De geluidbelasting is anders en veelal hoger dan bij tennis. Omwonenden zien vaak met lede ogen aan hoe tennisbanen worden omgebouwd naar padelbanen, met de bijbehorende hinder.

Dat het moeilijk is om hier juridisch tegen op te komen als een gewone tennisbaan al is toegestaan, laat deze zaak zien die zich afspeelt in Amstelveen.

Op een deel van het sportpark, waar twee kleine tennisbanen lagen, worden twee padelbanen aangelegd met wanden van glas en draadstaal. Er is een omgevingsvergunning nodig voor de activiteit bouwen. De gemeente verleent deze omgevingsvergunning, simpelweg omdat het past binnen het bestemmingsplan. Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen kan dan niet worden geweigerd, ook niet als deze ontwikkeling bij nader inzien onwenselijk zou worden geacht.

Enkele omwonenden komen op tegen de verleende vergunning. Zij lopen tegen dit beperkte toetsingskader aan. Geluidsoverlast is op zich geen factor van belang, zolang het bouwen van de padelbaan binnen het bestemmingsplan past. En laat dat nu de ruime bestemming ‘Sportterrein’ zijn.

De omwonenden hebben in de toelichting op het bestemmingsplan echter gelezen dat de gronden zijn aangewezen als sportterrein, “in het bijzonder voor de uitoefening van veldsporten, zoals voetbal en tennis”. Ook volgt uit de plantoelichting dat het moet gaan om open terreinen waar deze sporten kunnen worden uitgeoefend, zonder al te veel bebouwing. Dit leidt tot het argument dat padel geen veldsport is. De stelling van de omwonenden is dat de planwetgever geen sporten heeft willen toestaan die in een bepaalde ruimtelijke constructie worden uitgeoefend.

De Afdeling brengt in herinnering hoe planregels moeten worden uitgelegd. De rechtszekerheid staat voorop. Dat betekent dat planregels letterlijk moeten worden uitgelegd. Pas als de letterlijke tekst niet duidelijk is, ook niet in samenhang met andere planregels (systematiek), dan komt betekenis toe aan de plantoelichting. Die plantoelichting is op zichzelf niet juridisch bindend. Het is dus hooguit ondersteunend als er interpretatieverschillen zijn.

Is padel een sport? Dat wordt door beide partijen bevestigend beantwoord. Dat het begrip ‘sportterrein’ niet is gedefinieerd, betekent niet dat padelbanen daar niet onder vallen. De vergunde padelbanen staan in de buitenlucht en zijn ook als sportterrein aan te merken. Wat de planwetgever wel of niet heeft beoogd, en wat er uit de plantoelichting zou kunnen worden afgeleid, is dan niet van belang.

Handhaving padelbanen Wassenaar: ABRvS 15 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2038

Als de padelbaan past binnen het bestemmingsplan en is aangelegd, resteert omwonenden alleen nog een verzoek om handhavend op te treden wegens overtreding van de geluidnormen. Heel eenvoudig is dat niet, zo laat deze zaak in Wassenaar zien. Want hoe stel je vast of er een overtreding is of niet?

Het geluid van padelbanen werd tot 1 januari 2024 gereguleerd door het Activiteitenbesluit. In de bruidsschat die van rechtswege in alle gemeentelijke omgevingsplannen is opgenomen, staan geluidregels met dezelfde inhoud. Voor sportterreinen betekent dit dat het geluid van bezoekers niet wordt getoetst aan de geluidnormen. Dat geldt zowel voor toeschouwers als de sporters zelf. Bij het bepalen van de maximale geluidniveaus blijven daarnaast de sportgeluiden zelf buiten beschouwing. De piekniveaus van het contactgeluid van een bal tegen een racket, worden dus niet getoetst. Deze geluiden tellen alleen mee voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau.

De gemeente Wassenaar moest beslissen op het handhavingsverzoek van een omwonende. Uit geluidmetingen van de gemeente volgde dat er in de avondperiode een overschrijding van 3 dB was. De gemeente meende echter dat met een waarschuwing kon worden volstaan, omdat de eigenaar van de padelbanen zich waarschijnlijk niet bewust was van deze overtreding. De omwonende kwam hiertegen in beroep bij de rechtbank. De rechtbank schakelde de STAB in om het geluidsonderzoek van de gemeente te beoordelen. De STAB maakt daarbij o.a. gebruik van geluidmetingen die door DGMR zijn gedaan bij andere padelbanen. Met behulp van die meetgegevens heeft de STAB een indicatieve berekening gemaakt. De conclusie was dat de overschrijding waarschijnlijk groter was dan 3 dB. Als dat zo is, kon volgens de rechtbank niet met een waarschuwing worden volstaan.

De crux is echter dat nog steeds niet objectief was vastgesteld dat er sprake was van overtredingen bij de padelbaan in Wassenaar. De gemeente heeft op de tijdstippen dat er werd gemeten geen overtredingen geconstateerd. Het standpunt van de gemeente was daarom dat zij niet bevoegd was om een last onder dwangsom op te leggen.

De Afdeling pelt de zaak af. Ja, er moet eerst een overtreding worden geconstateerd voordat een last onder dwangsom kan worden opgelegd. Maar dat betekent niet dat de gemeente kan zeggen “toen wij er waren was alles in orde dus nu doen we niks meer”. De gemeente moet er wel voor zorgen dat er geluidmetingen plaatsvinden van de representatieve bedrijfssituatie. Desnoods moet die representatieve bedrijfssituatie worden gecreëerd. Zo oordeelde ook de voorzieningenrechter op 6 april 2023. Die uitspraak bespraken wij hier.

De nieuwe geluidmetingen zijn opnieuw een bron van discussie in de rechtszaal. Volgens de gemeente bedraagt het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau bij een representatief gebruik van beide padelbanen in de avondperiode maximaal 46 dB(A). Rekening houdend met een meetonnauwkeurigheid van 1 dB wordt dan exact aan de geluidnorm voldaan. De omwonenden heeft een contra-expertise laten uitvoeren. Volgens metingen van die deskundige zou er wel een overschrijding zijn.

Wat volgt is een gedetailleerde discussie over de representatieve bedrijfssituatie. De Afdeling constateert dat een gebruik van beide banen met op elke baan vier spelers met een gemiddeld tot gevorderd niveau representatief is. Dat sommige spelers minder geoefend waren, doet daar niet aan af.

De geluidmetingen worden vervolgens tot op de punt en komma gefileerd. Volgens de Afdeling zijn de metingen voor en naast de gevel correct uitgevoerd en gecorrigeerd voor afstand en reflectie. Maar de geluidmeting van de gemeente voldoet toch niet. De afstand tussen de gevel en de bron is namelijk 51,5 en 54,3 meter. Bij afstanden groter dan 50 meter moeten er minimaal twee metingen worden uitgevoerd met minimaal 4 uur tussenruimte. Ook moet er worden gemeten mee meewind. De geluidmeting is echter uitgevoerd met tegenwind. De gemeente heeft haar besluit dus niet op deze geluidmeting mogen baseren.

Had de gemeente dan de geluidmeting van de tegendeskundige moeten volgen? Nee. Ook aan die geluidmeting kleven volgens de Afdeling gebreken. Er zou teveel wind zijn geweest en het is onvoldoende duidelijk geworden of er is gecorrigeerd voor het achtergrondgeluid.

De gemeente moet dus nog een keer (of twee keer) het geluid van een representatief padelspel gaan meten. En de wind moet de goede kant op waaien, maar niet te hard.

Enigszins spannend is het wel, omdat het de vraag is of de geluidbelasting nu zo hoog uitkomt dat een meetcorrectie van 1 dB niet afdoende is om aan de geluidnorm te voldoen.

Als het al komt tot een last onder dwangsom, is de vervolgvraag hoe wordt beoordeeld of de last is overtreden. Maar dat is vers twee. Eerst maar eens afwachten wat het resultaat is van de nieuwe geluidmeting.

Ruimtelijke plannen

Geluidsoverlast uitbreiding camping Pierewiet: ABRvS 1 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1842

Deze uitspraak is het slot van een hele reeks rechtszaken over de uitbreiding van Camping International te Nieuwvliet. De eerste uitspraak van de Afdeling stamt al uit 2016.

Camping International te Nieuwvliet wil al lange tijd haar campingvoorzieningen moderniseren en uitbreiden. De uitbreiding ziet op het toevoegen van de gronden van Speelboerderij Pierewiet en een voormalige boomgaard. De bedoeling is deze gronden te integreren in het gehele campingterrein. Er moet ook een nieuw zwembad komen op de uitgebreide camping. Omwonenden zijn er niet gerust op. Zij vrezen voor veel geluidsoverlast van het gebruik van de speeltoestellen en het zwembad die in de buurt van hun woningen gerealiseerd kunnen worden.

De voormalige boomgaard vormde eerst een bufferzone tussen de camping en de naastgelegen woonbuurt. Op basis van een inwerking getreden bestemmingsplan in 2016-2017 is de boomgaard reeds gekapt en zijn deze gronden heringericht met een dierenweide en een pannakooi. Al eerder is er langs de dierenweide en ter afscheiding van de aangrenzende woonbebouwing een grondwal / geluidswal gerealiseerd. Het bestemmingsplan dat de basis vormde voor deze aanpassingen is in 2016 vernietigd. Een opvolgend bestemmingsplan is vervolgens ook vernietigd. Met het huidige bestemmingsplan moeten alle fouten worden hersteld. Dat lukt met enige hulp van de Afdeling, die zelf in de zaak voorziet door voor te schrijven dat nog enkele concrete geluidbeperkende maatregelen moeten worden opgenomen in het bestemmingsplan.

De gemeente heeft de VNG-brochure gehanteerd om de geluidsbelasting te beoordelen. Aanvullend heeft zij akoestisch onderzoek laten uitvoeren, omdat niet voldaan kan worden aan de richtafstanden van de VNG-brochure.

In eerdere procedures bij de Afdeling is vastgelegd dat de omgeving als ‘gemengd gebied’ moet worden aangemerkt, zodat de richtafstand van 30 meter van toepassing is die wordt aanbevolen voor kampeerterreinen tot een geluidgevoelige (woon)functie. Deze afstanden worden niet gehaald tussen de bestemming die aan de campinggronden zijn toegekend en de gevel van gevel van de woning(en) van de omwonende(n).

Om die reden zijn aan de gronden van Speelboerderij Pierewiet en de voormalige boomgaard verschillende bestemmingen toegekend met verschillende aanduidingen, die er voor zorgen dat de meest intensieve gebruiksfuncties niet te dicht bij de woningen kunnen worden gerealiseerd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de bestemming ‘Recreatie-Dagrecreatie’ en de bestemming ‘Recreatie-Verblijfsrecreatie’. Op de gronden van Pierewiet geldt de bestemming ‘Recreatie-Dagrecreatie’ op de gronden van de voormalige boomgaard (gronden direct tegen de woningen) geldt de bestemming ‘Recreatie-Verblijfsrecreactie’.

Binnen beide bestemmingen is het mogelijk om sport- en spelvoorzieningen, een zwembad en een dierenweide te realiseren. In het bestemmingsplan zijn planregels opgenomen voor het gebruik van de tokkelbaan (die enkel mag worden gebouwd binnen de bestemming “Recreatie-Dagrecreatie”). In deze planregels is bepaald dat deze tokkelbaan enkel binnen bepaalde uren mag worden gebruikt.

De gronden van Pierewiet en de voormalige boomgaard zijn niet fysiek van elkaar gescheiden (wel enkele hekjes), begrijpen wij, en onderling met elkaar verbonden.

Er is een akoestisch onderzoek verricht om de geluidsimpact van deze functies te onderzoeken en nader te onderbouwen dat de gekozen opzet van het bestemmingsplan voldoet aan een goede ruimtelijke ordening en dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor de omwonenden is geborgd. Tenslotte zijn in het campingreglement voorwaarden opgenomen voor het gebruik van speeltoestellen en het zwembad.

De omwonenden zijn niet overtuigd dat zij geen geluidsoverlast zullen ondervinden van het gebruik van de speeltoestellen, het zwembad, de kinderboerderij en de horeca en betwisten de uitkomsten van dit akoestisch onderzoek.

Beperking van gebruiksmogelijkheden speeltoestellen (sluitingstijden)

De Afdeling stelt vast dat het samenstel van de bestemmingen, de planverbeelding en de planregels het toestaat dat binnen de richtafstand van 30 meter van de VNG-brochure op de camping speeltoestellen zijn toegestaan. Op zich kan worden afgeweken van die richtafstand, maar dan moet wel goed gemotiveerd zijn dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt geborgd. De gemeente heeft daarvoor het akoestisch onderzoek laten doen.

De Afdeling stelt vast dat in de planregels sluitingstijden zijn opgenomen voor (het gebruik van) de tokkelbaan en voor een deel van de gronden van de voormalige boomgaard die het dichts bij de woningen liggen. Voor de overige gronden met de bestemmingen “Recreatie-Verblijfsrecreatie” en “Recreatie-Dagrecreatie” gelden geen sluitingstijden.

In het akoestisch rapport is vermeld dat ook die gronden slechts tot 21:00 uur mogen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.

Hoewel er bij die specifieke gronden en de specifieke speeltoestellen daarop – althans zo begrijpen wij het – hekjes en bordjes met openings- en sluitingstijden zijn geplaatst om het gebruik hiervan te beperken, stelt de Afdeling vast dat deze voorzieningen niet handhaafbaar zijn. Dat is een probleem, omdat die beperkte bruikbaarheid nu juist de basis vormt van de aanvaardbaarheidstoets van de geluidbelasting in het akoestisch rapport. De openingstijden (bedrijfstijden) hadden dus in het bestemmingsplan moeten worden vastgelegd, net zoals is gebeurd voor het gebruik van o.a. de tokkelbaan. Dat is niet gebeurd. Dat er ook regels over het gebruik in het campingreglement zijn opgenomen, maakt dat niet anders.

De Afdeling heeft tijdens de hoorzitting voorgesteld om zelf het bestemmingsplan te corrigeren. Alle partijen zijn met dit voorstel akkoord gegaan. Dat is praktisch (zeker gezien de lange procedures die al zijn gevoerd) en het leidt er ook niet toe dat er belangen van partijen die niet mee doen in deze zaak alsnog in het gedrang komen.

De Afdeling stelt vast dat in het bestemmingsplan een planregel moet worden opgenomen binnen de bestemming “Recreatie-Dagrecreatie” zodat de speelvoorzieningen (niet de tokkelbaan, want daarvoor zijn al planregels voor het beperken van het gebruik opgenomen) enkel gebruikt mogen worden tussen 07:00 en 21:00 uur.

Tevens voegt de Afdeling een planregel toe aan het bestemmingsplan voor die gronden met de bestemming “Recreatie-Verblijfsgebied” en waarop speelvoorzieningen kunnen worden geplaatst. In die planregel wordt een beperking opgenomen zodat die gronden niet mogen worden gebruikt tussen 21:00 en 07:00 uur.

Bronvermogen stemgeluid
Ook wordt het bronvermogen van het stemgeluid kinderen en (aanmoedigende) volwassen op/langs de speeltoestellen aan de kaak gesteld. Uit de uitspraak blijkt dat voor het berekenen van dit bronvermogen gebruik is gemaakt van de tabel met bronvermogens van menselijk stemgeluid uit Journaal Geluid december 2009, nr. 10 opgesteld door ing. M.J. Tennekens. De StAB heeft kennelijk ook een rapport hierover opgesteld. De Afdeling bevestigt nogmaals dat het bronvermogen van het stemgeluid van kinderen en volwassenen van 80 dB(A) terecht gelijk is en als representatief mag worden beschouwd. Er hoeft geen onderscheid gemaakt te worden tussen het bronvermogen van een kinderstem en een stem van een volwassenen. Ook wordt door de Afdeling onderschreven dat de tijdverdeling van het bronvermogen van het stemgeluid 25% is.

Maximale bronvermogen op het speelterrein
De Afdeling stelt vast dat het maximale bronvermogen op het speelterrein mag worden beoordeeld conform de bandbreedte van dit bronvermogen voor een schoolplein (95 dB(A) tot 107 dB (A), conform het Journaal Geluid december 2009, nr. 10. Een maximaal bronvermogen van 105 dB(A) past binnen die bandbreedte en mag dus worden gebruikt. De StAB heeft dat ook bevestigd. Er is dus niet nodig om met een hoger maximaal bronvermogen te rekenen.

Bronvermogen zwembad
Ook wordt een discussie opgeworpen over de vraag of het bronvermogen van het zwembad moet worden berekend in cumulatie met het bronvermogen van de spelende kinderen op het speelterrein. De Afdeling laat zich hiertoe niet verleiden en stelt vast dat aan de richtwaarde van 50 meter van de VNG-brochure wordt voldaan en dat daarmee de discussie is afgesloten.

Bronhoogtes speeltoestellen
De omwonenden zijn het ook niet eens met de bronhoogtes die zijn aangehouden voor het maximale geluidniveau voor kinderen die spelen op een speeltoestel. Ieder speeltoestel heeft een andere hoogte.

De Afdeling stelt vast dat in het akoestisch onderzoek rekening is gehouden met de toegestane bouwhoogten van speeltoestellen in het algemeen en niet voor ieder speeltoestel een specifieke modelering gemaakt. Dat is enkel voor de tokkelbaan gebeurd. Voorts is rekening gehouden – zo begrijpen wij – met de (extra) lengte van kinderen die daarop spelen (0,5 meter). De Afdeling is van mening dat dit een terechte methode is. Als er hogere speeltoestellen worden gerealiseerd, dan moet er handhavend worden opgetreden.

Springkussen
De omwonenden wensen ook dat niet enkel gerekend wordt met het stemgeluid van kinderen die spelen op het springkussen, maar ook met het geluid van het springkussen zelf als hierop kinderen spelen. De StAB heeft vastgesteld dat het stemgeluid van spelende kinderen in het algemeen de maatgevende bron zal zijn. Dat is voor de Afdeling voldoende.

Pannakooi

Het geluid van het gebruik van de pannakooi staat uiteraard ook ter discussie. In het akoestisch rapport is een maximaal bronvermogen van 112 dB(A) aangehouden. Dit piekgeluid treedt op bij de aanstoting van een bal tegen de afrastering van de pannakooi. De pannakooi staat op het speelveld van de voormalige boomgaard. De omwonenden wensen dat voor het berekenen van het geluid van de spelende kinderen in de pannakooi een hoger equivalent bronvermogen wordt aangehouden, ten opzichte van het equivalent bronvermogen waarmee is gerekend voor het geluid van de spelende kinderen op het speelveld zelf. De Afdeling gaat hierin niet mee, voornamelijk niet omdat niet aannemelijk is gemaakt, dat er ander bepalende equivalente geluidsbronnen binnen de pannakooi zijn dan spelende kinderen.

Tenslotte wordt nog gediscussieerd over geluidsoverlast van de horeca die op de gronden van de Pierewiet en de voormalige boomgaard aanwezig mag zijn. Ook daar is de Afdeling kort over. Ten eerste was de horeca eerder al toegestaan op de gronden van de Pierewiet en ten tweede wordt voldaan aan de richtafstand van 50 meter van de VNG-brochure. Dat geldt ook voor de kinderboerderij die op de uitbreidingsgronden mag worden gerealiseerd. Ook daarvoor geldt dat voldaan wordt aan de richtafstand van 10 meter van de VNG-brochure ingeval van een gemengd gebied.

Uitbreiding begraafplaats Hasselt: ABRvS 1 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1836

De gemeente Zwartewaterland wil op de gronden van een volkstuincomplex een bestaande begraafplaats uitbreiden. Het is ook de bedoeling om een gebouw op deze gronden te realiseren dat gebruik zal worden als beheerdersgebouw (opslaglocatie). De direct naast wonende buurman vreest voor diverse vormen van overlast, waaronder geluidsoverlast.

De gemeente licht toe dat er op de begraafplaats gemiddeld 13 begrafenissen en 5 bijzettingen per jaar zijn en dat deze gemiddeld 20 tot 30 minuten duren.

De gemeente heeft de VNG-brochure gebruikt om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is geborgd. Voor een begraafplaats geldt een richtafstand van 10 meter voor het aspect ‘geluid’. De woning van de buurman staat op 15 meter afstand van de grens van het perceel van de begraafplaats, de gemeente is van mening dat dus wordt voldaan aan de richtafstand.

De Afdeling is het daarmee niet eens. Bij het bepalen of aan de richtafstand wordt voldaan moet in beginsel rekening worden gehouden met de maximale planologische en vergunningsvrije bouwmogelijkheden ten behoeve van de woonfunctie op een perceel. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de gemeente in dit geval ten onrechte geen rekening gehouden met de mogelijkheden om bouwvergunningvrij te bouwen op het perceel van de buurman. De gemeente heeft dus niet zorgvuldig onderzocht of aan de aanbevolen richtwaarde van 10 meter wordt voldaan. Als niet aan dit richtwaarde wordt voldaan moet de gemeente door middel van een geluidsrapport onderbouwen dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat toch is geborgd.

De Afdeling geeft de gemeente de mogelijkheid om deze fout te herstellen.

Terras in achtertuin Hotel Trusten Moerdijk: ABRvS 1 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1827

Ook in deze zaak probeert de Afdeling praktische oplossingen aan te reiken, opdat de zaak binnen de lopende procedure kan worden afgerond.

In 2016 heeft de (toenmalige) eigenaar van Hotel Trusten een omgevingsvergunning aangevraagd om in de achtertuin van het hotel een terras aan te leggen en te gebruiken. Op grond van het bestemmingsplan was dit niet toegestaan. De gemeente heeft de aanvraag in eerste instantie geweigerd omdat het gebruik van een terras tot overlast kan leiden.

De eigenaar van het hotel is tegen dit weigeringsbesluit in beroep gegaan bij de rechtbank. De rechtbank heeft in de beroepsfase de StAB ingeschakeld. Uit het rapport van de StAB blijkt dat bij het gebruik van een terras geen overschrijding van de geluidslimiet ontstaat. Naar aanleiding van dit rapport heeft de rechtbank het weigeringsbesluit van de gemeente alsnog vernietigd. De gemeente heeft vervolgens alsnog de afwijkingsvergunning verleend, maar onder de voorwaarde dat het terras maximaal door 14 personen mag worden gebruikt.

Een direct aanwonende buurman is het hier niet mee eens omdat hij onder meer vreest voor geluidsoverlast. De (nieuwe) eigenaar van het hotel is het niet eens met de beperking van het gebruik van terras voor maximaal 14 personen en wil dat er een terras voor 35 personen wordt vergund. Beiden dienen hoger beroep in.

De buurman voert in de hoger beroepsprocedure bij de Afdeling terecht aan dat de gemeente te kort door de bocht is gegaan, door op basis van het geluidsrapport van de StAB te concluderen dat een afwijkingsvergunning dùs verleend moet worden, zonder dat er alsnog een belangenafweging moet worden gemaakt. De Afdeling oordeelt dat de gemeente deze belangenafweging alsnog moet maken, zeker omdat zij zich eerder op het standpunt heeft gesteld dat (geluid)overlast juist de reden is om een vergunning voor een terras niet toe te staan. De Afdeling vernietigt het besluit omdat het onzorgvuldig is voorbereid en stelt de gemeente in de gelegenheid om haar besluit te herstellen.

De Afdeling komt inhoudelijk daarmee niet toe aan het hoger beroep van eigenaar over het maximum van het aantal gebruikers van het terras. De Afdeling geeft de gemeente wel een aanwijzing voor haar herstelbesluit dat op dit punt ingaat. De Afdeling draagt de gemeente op om in de herstelbesluit uitdrukkelijk in te gaan op de vraag of een omgevingsvergunning voor het gebruik van de achtertuin als terras kan gelden voor een maximum aantal personen, en zo ja, welk maximumaantal personen gelet op alle belangen en de huidige situatie van een hotel met restaurant aanvaardbaar is.

Hogere waarden

Hogere waarden ‘Exclusiva Hamerkwartier’: ABRvS 1 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1821

Het bestemmingsplan ‘Exclusiva Hamerkwartier’ is onderdeel van een grotere herontwikkeling van een gebied in Amsterdam-Noord aan de noordelijke IJ-oever. Op het Exclusiva-terrein zijn o.a. 350 woningen en een basisschool met kinderdagverblijf voorzien.

Voor een aantal nieuwbouwwoningen zijn hogere waarden vastgesteld. Albemarle Catalysts Company is een industrieel bedrijf. Zij komt op tegen zowel het bestemmingsplan als het besluit hogere waarden. Het beroep tegen het bestemmingsplan is op 13 maart 2024 gegrond verklaard en het bestemmingsplan is vernietigd. In deze procedure gaat het alleen nog over het besluit hogere waarden.

Albemarle voert onder andere aan dat de hogere waarden onjuist zijn vastgesteld en de geluidbelasting is onderschat. Dat zou betekenen dat de toegekende hogere waarde ontoereikend is. Als Albemarle gelijk heeft, wordt het plan daar direct door geraakt. De voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt namelijk ruimschoots overschreden. De maximale hogere waarden van 55 dB(A) is toegekend. Een nog hogere geluidbelasting dan 55 dB(A) kan op basis van de Wet geluidhinder niet worden toegestaan. Op de zuidelijke gevel van de woontoren is de geluidbelasting 56 dB(A). Die gevel moet daarom worden uitgevoerd als dove gevel of vliesgevel.

De Afdeling moet in deze procedure beoordelen of de grenswaarde van 55 dB(A) voor de betreffende woningen toereikend is en of het onderliggende akoestisch onderzoek klopt.

Herstelbesluit i.v.m. bodemfactor

Albemarle voerde aan dat in het akoestisch onderzoek is uitgegaan van te veel gebieden met een zachte in plaats van harde bodemhardheid. De berekende bodemdemping is daardoor overschat en de geluidbelasting onderschat. De gemeente heeft dit punt ter harte genomen en een herstelbesluit genomen. In het nieuwe geluidsonderzoek is met een volledig harde bodem gerekend.

Tegelijk zijn enkele andere uitgangspunten gecorrigeerd. Zo zijn de verhardingen van enkele wegen gewijzigd in het rekenmodel. Ook is gerekend met een maximumsnelheid van 30 km/uur voor de beoordeelde wegen. Daardoor is de Wet geluidhinder niet van toepassing op die wegen en hoeft de geluidbelasting daarvan niet in het kader van de Wet geluidhinder plaats te vinden. Die geluidbelasting van de wegen waar maximaal 30 km/uur mag worden gereden, valt dan buiten de berekening voor de vast te stellen hogere waarden en wordt uitsluitend beoordeeld in het kader van een goede ruimtelijke ordening.

Hoewel de gewijzigde bodemhardheid leidt tot een toename van 4 dB van de geluidbelasting van de betrokken wegen, wordt de eindconclusie niet heel veel anders. Deze toename wordt gecompenseerd doordat nu met de juiste wegdekverharding en snelheid is gerekend. De hoogste geluidbelasting (inclusief aftrek) neemt per saldo met 1 dB toe, namelijk van 48 dB naar 49 dB. De gecumuleerde geluidbelasting neemt per saldo toe van 58 dB naar 59 dB. Hierbij zijn zowel wegverkeer als industrielawaai betrokken.

Borging snelheidsbeperking 30 km/uur

Albemarle voert nog aan dat de gemeente ten onrechte heeft gerekend met een snelheidsbeperking van 30 km/uur. Volgens Albemarle staat die snelheidsbeperking onvoldoende vast. De gemeente verwijst daarentegen naar de verkeersbesluiten die zijn genomen en inmiddels onherroepelijk zijn en in werking getreden. Volgens Albemarle zijn die verkeersbesluiten eenvoudig in te trekken en is het daarmee toch onzeker. De Afdeling volgt die gedachte niet. Gelet op de onherroepelijke verkeersbesluiten is het 30 km/uur snelheidsregime voldoende geborgd. De stelling dat deze verkeersbesluiten ook weer kunnen worden ingetrokken, maakt dat niet anders. Dat is immers slechts theoretisch.

Piekgeluiden

Tot slot betoogt Albemarle dat de piekgeluiden op het industrieterrein van Albemarle ten onrechte niet zijn betrokken in het akoestisch rapport. Het gaat dan om reguliere piekgeluiden van pneumatische afblaassystemen en de pneumatische producttransportsystemen.

De gemeente heeft zich gebaseerd op het akoestisch rapport dat ten grondslag ligt aan de revisievergunning die in 2018 aan Albemarle is verleend. Daar zijn de piekgeluiden niet expliciet benoemd.

De Afdeling grijpt terug op de uitspraak over het bestemmingsplan van 13 maart 2024. Daarin is geoordeeld dat de piekgeluiden blijkens de revisievergunning en de daaraan verbonden voorschriften ruimschoots aan de gebruikelijke geluidnormen voldoen ter plaatse van het plangebied. Ook rust op Albemarle een zorgplicht om calamiteiten en bijbehorende piekgeluiden zoveel mogelijk te voorkomen. Deze piekgeluiden zouden bovendien niet vaker moeten voorkomen dan 12 keer per jaar en maken daarmee geen onderdeel uit van de representatieve bedrijfssituatie.

Wat er ook van zij, de Afdeling benadrukt dat voor een besluit hogere waarden alleen de gemiddelde geluidwaarde relevant is. Piekgeluiden spelen op zichzelf geen rol. Albemarle heeft niet aannemelijk gemaakt dat de piekgeluiden zo frequent optreden dat ze de gemiddelde geluidwaarde zouden beïnvloeden.

Al met al blijft het herstelde besluit hogere waarden overeind. Voor wat het waard is, nu het bestemmingsplan wel is vernietigd. Zodra de gemeente een nieuw ruimtelijk plan in procedure brengt, is hiermee wel duidelijk dat deze argumenten niet opnieuw hoeven te worden aangevoerd. We wachten het af.

APV

Gedragsaanwijzing woonoverlast: ABRvS 1 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1819

Sinds 1 juli 2017 is er een wettelijke grondslag om woonoverlast aan te pakken. In de APV kunnen regels worden gesteld op basis waarvan een zogeheten ‘gedragsaanwijzing woonoverlast’ kan worden gegeven.

Dit is een van de eerste uitspraken die we zien over de toepassing daarvan. De burgemeester van Dordrecht heeft aanleiding gezien om een last onder dwangsom op te leggen aan een bewoner. De dwangsom bedraagt € 500 per overtreding, tot een maximum van € 3.000.

Op basis van de last onder dwangsom mag de bewoner geen geluidsoverlast of buitensporig geluid veroorzaken, in het bijzonder niet tussen 17:00 en 9:00 uur. Onder buitensporig geluid is onder meer begrepen: onnodig kloppen, slaan, bonzen, schoppen op muren, plafonds, installaties of vloeren, al dan niet met behulp van gereedschap of andere voorwerpen, en/of het boren, schuren, wekker(s) laten afgaan, stenen tegen de buren of hun woning dan wel op hun woonerf gooien of anderszins buitensporig onnodig geluid produceren dat kennelijk eenzelfde soort overlast veroorzaakt.

De burgemeester is hier niet lichtvaardig toe overgegaan. De politie heeft verschillende zwaarwegende meldingen van woonoverlast gerapporteerd. De bewoner is daarvoor ook stafrechtelijk onherroepelijk veroordeeld. Buurtbemiddeling en waarschuwingen halen niks uit. Omdat de bewoner ook bedreigingen heeft geuit, was er ernstige vrees voor escalatie. Volgens de burgemeester was er daarom voldaan aan de voorwaarden voor het opleggen van een gedragsaanwijzing.

Inmiddels gaat de burgemeester over tot invordering van verbeurde dwangsommen. Opsporingsambtenaren hebben opnieuw geluidsoverlast geconstateerd. De bevindingen zijn neergelegd in een bestuurlijke rapportage en twee processen-verbaal. Dat is belangrijk, omdat de gedragsaanwijzing alleen mag worden gebaseerd op eigen waarnemingen ter plaatse van gemeentelijke toezichthouders of politieambtenaren. De burgemeester mag zo’n aanwijzing dus niet baseren op meldingen van de betrokken buren of geluiden die telefonisch zijn waargenomen.

De overlast veroorzakende bewoner wil de dwangsommen niet betalen. Hij stelt dat hij gewoon de tuin aan het vegen was en met de bezem de muur raakt. Of hij was aan het stofzuigen en raakte de plinten. Het openen en sluiten van een kastje dat tegen de muur aan staat, zou ook de boosdoener zijn. De handhaver die in de woning van de buren aanwezig was, constateerde echter steeds een harde bons op de muur als reactie op normale leefgeluiden van de buren, zoals het sluiten van een deur of het doortrekken van het toilet. De rechter ziet geen aanleiding om aan de constateringen van de toezichthouders te twijfelen. Uit geluidsmetingen met een decibelmeter die in de woning van de buren was geplaatst, blijkt dat er in vijf dagen tijd tien keer tussen 23:00 en 7:00 uur gebonk of geklap gehoord is in de slaapkamer van de buren, waarbij 65 tot 78 decibel door de muur heen gemeten is.

Dergelijke geluidniveaus zijn volgens de rechter ernstige geluidhinder. Gezien de tijdstippen en de geluidsniveaus van de gemeten geluiden heeft de burgemeester kunnen stellen dat de geluiden aangemerkt kunnen worden als ernstige en herhaalde hinder in de zin van artikel 2:79, eerste lid, van de APV. De verklaringen van de bewoner dat het zou gaan om normale leefgeluiden of dat het geluid van de buren afkomstig zou zijn, vindt de Afdeling gezien de tijdstippen en gemeten geluidsniveaus niet aannemelijk.

De bewoner krijgt vervolgens een koekje van eigen deeg. Voor zover hij namelijk meent dat juist hij geluidsoverlast ervaart van zijn buren, staat het hem vrij om daarvan melding te maken en een handhavingsverzoek in te dienen.

Hij zal de verbeurde dwangsommen dus moeten betalen.

Uit de uitspraak blijkt dat dit een situatie van ernstige en structurele overlast is. Het zal je overkomen. Het is goed om te weten dat dit een mogelijke route is als niets anders helpt, al zal er de nodige dossiervorming nodig zijn om een herriemaker op deze manier aan te pakken.

halsten divider copy 6