Actualiteiten jurisprudentie geluid - februari/maart 2021
Een selectie van de uitspraken die in de periode van 24 februari tot en met 17 maart 2021 zijn gedaan door de ABRvS:
Hotel, theater en café met terras in Christus Koningkerk Amsterdam: ABRvS 24 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:386
Er is een omgevingsvergunning verleend voor de verbouwing van de Christus Koningkerk in Amsterdam tot een hotel met 77 kamers, grote theaterzaal en grand café met terras. De omwonenden vrezen geluidsoverlast vanwege deze activiteiten waardoor er van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat geen sprake meer zal zijn. In beginsel is deze vrees terecht omdat uit de geluidsrapporten blijkt dat er zowel van het terras, als uit de grote theaterzaal geluidsoverlast zou kunnen ontstaan. De piekgeluiden van het laden en lossen komen boven de grenswaarden van het Activiteitenbesluit uit. Niettemin is de Afdeling van mening dat het aanvaardbaar woon- en leefklimaat voldoende geborgd is in de omgevingsvergunning door voorwaarden te stellen.
- In de dagperiode zijn maximaal 96 mensen op het terras toegestaan en het terras mag niet gebruikt worden tussen 19:00 uur en 7:00 uur. Zo is vooraf zeker gesteld dat wordt voldaan aan het Activiteitenbesluit, ook al is dat eigenlijk primair een kwestie van handhaving;
- Er zijn beperkingen opgenomen die de binnengeluidniveaus begrenzen, zodat geluidsoverlast vanuit de theaterzaal niet kan ontstaan.
Hoewel de piekgeluiden van het laden en lossen boven de grenswaarden uitkomen, komt de Afdeling tot de algemene eindconclusie dat er geen onaanvaardbare geluidhinder voor de omwonenden ontstaat. Enigszins bijzonder is dat uit het geluidonderzoek zou blijken dat die piekgeluiden niet tot hinder leiden. Dit is niet gemotiveerd. Appellanten hebben hier kennelijk ook geen gericht argument tegen aangevoerd. Dit hadden de appellanten wellicht anders kunnen aanpakken. In ieder geval als zij menen wel hinder te ondervinden van die piekgeluiden.
Uitbreiding melkveehouderij Ruinerwold: ABRvS 17 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:573
Een melkveehouderij in Ruinerwold heeft een omgevingsvergunning (een revisievergunning) aangevraagd om uit te breiden met een reeds bestaande nabijgelegen andere melkveehouderij. Er ontstaat zo één grote inrichting. Daarnaast is de omgevingsvergunning aangevraagd voor enkele interne wijzigingen en voor het vergroten en het verplaatsen van de bestaande kuilvoeropslag. Rondom en in de buurt van de nieuwe inrichting staan diverse woningen.
In deze procedure zijn om diverse redenen gedurende de omgevingsvergunningprocedure twee herstelbesluiten genomen. Aan het laatste herstelbesluit is een aanvullend geluidsrapport ten grondslag gelegd, waaruit blijkt dat de veehouder nog een keer de geluidproducerende activiteiten goed bekeken heeft en nagedacht heeft over geluidbeperkende maatregelen.
Aanvoer van voer, oppompen en afvoer van drijfmest
Een van de geluidvoorwaarden heeft betrekking op de aanvoer van voer en de afvoer van drijfmest. Een dag voordat mest kan worden afgevoerd moet deze gemixt worden. Tussentijds is het soms ook nodig om mest te mixen. Als mest wordt afgevoerd, moet deze worden opgepompt. Deze werkzaamheden maken geluid.
Deze werkzaamheden zijn niet nieuw en werden reeds eerder vergund (bestaande rechten dus). De eigenaren van de woning die bij dicht bij de locatie van deze werkzaamheden staat, zien echter hun kans om tijdens de procedure van deze revisievergunning voor hen betere geluidsvoorschriften te vragen.
Zij hebben op de gevel van hun woning een maximale geluidbelasting te dulden van 44 dB(A). De eigenaren zouden graag zien dat de veehouder voor het oppompen van de mest een vast scherm van 35 m lang en 4 m hoog plaatst, of een mobiel scherm van 3-5 m lang en 2,5-3 m hoog gebruikt tijdens het uitvoeren van deze werkzaamheden. Het college en ook de Afdeling gaan niet mee in dit verzoek.
Ten eerste niet omdat er sprake is van bestaande rechten en in dat geval zeker geen maatregelen kunnen worden opgelegd die redelijkerwijs niet kunnen worden gevergd van de aanvrager. Een permanent scherm is in de bedrijfsvoering onrealistisch en een mobiel scherm staat niet in verhouding tot het te bereiken resultaat.
Daarbij zijn zij van mening dat niet alleen het oppompen van de mest de overschrijding van de richtwaarde veroorzaakt, maar ook andere activiteiten op deze locatie de overschrijding van de richtwaarde veroorzaken. Het college stelt voorts dat het niet duidelijk is op welke momenten de mest wordt opgepompt en hoe vaak dat gebeurt, zodat het stellen van afzonderlijk geluidgrenswaarden niet wenselijk is. De Afdeling gaat daarmee akkoord.
Bij dit oordeel neemt de Afdeling ook mee dat er een voorschrift is opgesteld dat het afvoeren van drijfmest, mixen van drijfmest en bevoorraden van voedersilo’s niet mogen plaatsvinden op dezelfde dag, maar slechts op afzonderlijke dagen. Op die manier is gewaarborgd dat aan de geluidgrenswaarde van 44 dB(A) wordt voldaan. Deze voorwaarde lijkt te zijn aangepast in het laatste herstelbesluit. Eerder was als voorwaarde gesteld dat al deze activiteiten niet gelijktijdig mochten worden verricht. Het begrip ‘gelijktijdig’ veroorzaakte discussie (zelfde tijdstip of zelfde dagperiode). Om deze discussie te beslechten is er gekozen voor een andere formulering: niet op dezelfde dag.
Loeiende koeien
Het geloei van de koeien veroorzaakt geluidsoverlast bij omwonenden, met name in de avond- en nachtperiode. Het maximale geluidniveau van loeiende koeien (63 dB(A)) is gemeten op de gevel van een nabijgelegen woning op begane grondhoogte. De eigenaren van deze woning zijn het met deze meting niet eens. De Afdeling volgt hun standpunt in eerste instantie niet, omdat in de woning aan de kant die het dichtste bij de stal ligt, geen geluidgevoelige ruimten aanwezig zijn op een hoogte van 3 meter of hoger.
De Afdeling komt in eerste instantie echter toch tot de conclusie dat de meting niet goed is verricht, omdat de meting ten onrechte is verricht op de hoek van de gevel van de woning en niet loodrecht op de gevel. De gemeente had daarom onterecht een gevelcorrectie van 3 dB(A) toegepast. Het laatste herstelbesluit met dezelfde voorwaarde voor loeiende koeien wordt door de Afdeling wel geaccepteerd omdat de metingen goed lijken uitgevoerd te zijn en volgens de Afdeling vaststaat dat de verwachte gevelwering van de woning er voor zorgt dat de geluidbelasting in de slaapkamer niet hoger zal zijn dan 45 dB(A).
Inkuilen van gras en mais
In de vergunning zijn afzonderlijke geluidgrenswaarden voor de avond- en de nacht gesteld voor het inkuilen van gras en mais. Deze activiteiten worden als een incidentele bedrijfssituatie (IBS) beschouwd. Deze grenswaarden zijn gebaseerd op een worst case scenario, waarbij gedurende de dagperiode 100 tractorbewegingen zullen plaatsvinden en in de avond- en nachtperiode respectievelijk 40 en 20 tractorbewegingen (deze aantallen zijn bij het laatste herstelbesluit bijgesteld van 134, 44 en 24 naar 100, 40 en 20 bewegingen).
Omwonenden zijn het niet eens met deze voorschriften, omdat zij van mening zijn dat het niet nodig is om deze werkzaamheden in de avond en in de nacht uit te voeren. De overschrijdingen van de richtwaarden zijn zeer hoog en worden 10 keer per jaar toegestaan. Dat is naar mening van de omwonenden in strijd met de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening, omdat daaruit volgt dat hinder zoveel mogelijk moet worden beperkt. De omwonenden vinden dat deze werkzaamheden daarom in de dagperiode moeten worden uitgevoerd.
In de omgevingsvergunning zijn de geluidsvoorschriften voor deze activiteiten: 49 dB(A) in de dagperiode, 50 dB(A) in de avondperiode en 44 dB(A) in de nachtperiode voor 10 keer per jaar inkuilen van gras en mais.
De Afdeling vindt deze voorwaarden voldoende, omdat de veehouder tijdens de zitting ook heeft aangegeven dat het werk zoveel mogelijk in de dagperiode wordt uitgevoerd. Dat is volgens hem goedkoper en de uitloopmogelijkheid naar de avond en de nacht is enkel bedoeld ingeval de weersomstandigheden dat vereisen of het niet mogelijk is om tijdig loonwerkers te plannen.
Een van de omwonenden stelt nog dat deze grenswaarden niet gehaald kunnen worden omdat het bronvermogen van een grote tractor die met hoge snelheid rijdt te hoog is. Dat blijkt echter niet het geval. In de laatste metingen is het bronvermogen naar beneden bijgesteld (102 dB(A)). Als de tractor rustig rijdt/manoeuvreert is het bronvermogen zelfs nog lager en dus representatief om gehanteerd te worden.
Wet geluidhinder
Bestemmingsplan “Klaas Nieboerweg, bedrijventerreinen Foxhol”: ABRvS 24 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:396
Een uitgebreide bespreking van deze belangwekkende uitspraak houdt u van ons tegoed voor de volgende editie.